Weer winst in Bussum
Vorig jaar schreef ik dat mijn overwinning bij het BSG Pinkstertoernooi niet zo’n bijzondere prestatie was. Dit jaar wordt het toch moeilijker om de prestatie te relativeren. 6.5 uit 7, punt voorsprong, twee grootmeesters verslagen, en ook goed gespeeld, wat valt er nog te klagen? Nouja, je zou ook kunnen zeggen dat ik aan het degenereren ben, vorige week haalde ik tenslotte 6 uit 6 (met ook twee keer een overwinning op een grootmeester), en bovendien was mijn tijdgebruik vorige week ook beter. Maar goed, 5.5 uit 7 leek me van tevoren al een goeie score, een punt meer had ik niet durven denken.
Ik won het toernooi (en de laatste drie partijen) vooral door eindspeltechniek. In de derde ronde had ik al een eindspel met een pion meer gewonnen, maar in de vijfde ronde moest ik het echt laten zien tegen een vaste gast van het toernooi, de Letse grootmeester Miezis.
Na de opening (“de vreemdste Siciliaan ooit” volgens de toernooisite) had ik geen voordeel, maar wel een originele stelling. In het vroege middenspel kreeg ik wel voordeel, dat gaf ik weg, maar hier maakte mijn tegenstander de fout dames te ruilen: 36.. Dxc5+ 37. Pxc5 Pc6 38. Pd7 Lg7 39. Lc7 Ld4+ 40. Ke2 f6 41. Pb8! Nu ontstaat er een lopereindspel waarbij wit volgens het bekende principe van twee zwaktes moet kunnen winnen: h6 is zwak, a5 is zwak, en het laatste voordeel zal ingeruild worden voor dat van de verre vrijpion. 41… Pxb8 42. Lxb8 Lb6 43. Ld6 Kf7 44. Kd3 44. b4 Ke6 45.Lc5 wint, maar had ik niet gezien. Wit moet echter oppassen met h6 ophalen: ik had eerst wel het plan naar f8 te gaan met mijn loper, maar zag dat de loper ingesloten zou raken. 44… Ke6 45. Lg3 Kd7 46. Le1 Kc6 47. b4 axb4 48. Lxb4 Lc7 49. h3 Le5 50. Lf8 Kb6
51. Kc2 Hier wint 51. Lxh6 Ka5 52. f4 gxf4 53. Lg7 maar mijn zet is ook goed genoeg. 51… Kc6 52. Kb3 Ld4 53. Lxh6 Kd6 54. f4 Le3 55. fxg5 fxg5 56. h4 Ke5 57. Lxg5 Ke4 58. a5 1-0 Zijn vlag viel, maar wit doet na 58…d4 gewoon 59.Kc2 en gaat daarna met zijn pionnen doorlopen.
Tegen de andere Letse grootmeester, V. Meijers, kreeg ik na de opening het voordeel van twee lopers tegen twee paarden. Wat is dan over het algemeen de strategie die je als loperpartij gebruikt? De paarden willen steunpunten, dus ga je met je pionnen zorgen dat de paarden die niet krijgen. Verder kun je elkaar dekkende paarden binden door ze aan te vallen. In dat licht zijn de volgende zetten logisch:
23…g5! 24. h3 h5! Ik wilde g4 en Pg3 niet toestaan. 25. Tfd1 Ld7 26. Pd4 Te3 27. Pce2 Tae8 28. Td2
En nu is het tijd om te gaan cashen: 28…h4 29. g4 Lxd4 30. Pxd4 Tg3+ 31. Kh2 Tee3 32. Tc7 Txh3+ 33. Kg1 Lxg4 34. Txb7 Teg3+ 35. Tg2 Txg2+ 36. Kxg2 Td3 37. Pc6 h3+ 38. Kg1 Td1+ 39. Kf2 h2 40. Pe7+ Kf8 0-1
In de laatste ronde was er weer een mogelijk dilemma of ik remise moest geven of niet (net als vorige week in Spijkenisse, al vond de webmaster van de schaakbond dat ik dat dilemma niet had horen op te schrijven). De indeling zorgde er echter voor dat ik genoeg reden had om te spelen: ik stond een halfje voor op Afek die naast me tegen Miezis kon proberen me te achterhalen. Daarnaast had ik ook bijna 400 ratingpunten meer dan mijn tegenstander (Rob Witt), dus speelde ik gewoon maar en weer won ik een technisch eindspel. Afek (die een heel goed toernooi speelde, alle niet-grootmeesters onder zijn tegenstanders versloeg en zo weer met zijn rating boven de 2300 komt) kwam in de buurt van winst, maar won niet en zo werd het gat dus een punt (maar hij werd toch nog ongedeeld tweede). De Letse grootmeesters eindigden met de meesters Pliester en Van Kampen op de derde plaats.
Maar goed, dit geeft vertrouwen voor het NK!
Eén gedachte over “ Weer winst in Bussum”
Wow! Lekker snel! Komen er nog analyses van de eerste ronden? 😉