Coach bij het EK jeugd in Porec (1)
Eind september was ik voor het eerst sinds jaren weer coach bij een jeugduitzending, het EK in Porec, Kroatië. Samen met Dolf Meijer (die ook delegatieleider was), Frank Erwich en Zhaoqin Peng was ik aangesteld om vijftien jonge Nederlandse spelers te begeleiden. Ik kreeg de vier met de hoogste ratings: Lars Vereggen (onder 18), Robby Kevlishvili en Casper Schoppen (onder 14) en Anna-Maja Kazarian (meisjes onder 16).
In het verleden ging ik elk jaar wel mee met een uitzending, maar op een gegeven moment stopte dat. Ik heb het opgezocht: mijn laatste uitzending was het WK in Batumi in 2006, als coach van Chiel van Oosterom, Pauline van Nies en Wouter Spoelman). Dat ik daarna niet meer uitgenodigd werd lag niet aan mij, of toch wel? Ik heb me wel afgevraagd of ik iets verkeerd/niet goed had gedaan, maar dat is me in ieder geval nooit verteld. Mogelijk speelden de problemen met Yge Visser (die destijds bij de bond werkte) een rol. In ieder geval was men mij daarna vergeten, maar dit jaar dacht Willy Hendriks gelukkig aan mij. Dat had wellicht te maken met dat ik tegenwoordig veel jonge talenten train (zes van de spelers die meegingen).
De Nederlandse delegatie bij het EK was behoorlijk groot. Naast vijftien spelers en vier coaches gingen er ook nog een aantal ouders mee (zes als officieel lid van de delegatie, daarnaast nog vier op eigen gelegenheid). Meegaande ouders is iets waar de Schaakbond niet onverdeeld enthousiast over is; het risico bestaat dat ze zich iets te veel bemoeien met de coaching of voor extra stress zorgen bij de kinderen., maar vooral bij de jongere kinderen is een ouder vaak een belangrijke steun. Ze wisten zich sowieso op diverse manieren nuttig te maken; de huisarts in het gezelschap hielp de onfortuinlijke Matteo, die in een zee-egel was gaan staan, een moeder waste halverwege het toernooi de oranje Nederlandshirt van iedereen, een vader plande een uitje op de rustdag en ze zorgen ook voor veel gezelligheid. Zonder de ouders was het minder leuk geweest.
Ook erg goed voor de sfeer was het eten. Stel je voor dat je een kwartier in de rij moet staan om dezelfde meuk te krijgen die je gisteren, eergisteren en de dag daarvoor ook al gehad hebt. Hoe gezellig ben je dan nog? Stel je nu voor dat je op diverse kookeilanden kan kiezen uit tientallen vers gekookte en gebakken gezonde lekkernijen. Zelfs als vegetariër heb je genoeg keuze om elke keer iets anders te nemen. Ontbijt, voorgerecht, hoofdgerecht, toetje, allemaal even lekker en voedzaam. Kortom: je hebt er zin in. Iedereen heeft er zin in! En dat drie keer per dag! Dertig keer in het hotel gegeten, en nooit hoorde ik iemand mopperen (of nouja, een keertje: “Er is te veel keuze!â€)
Er was (o.a. voor het eten) een vrij strikte dagindeling, waarbij op vaste tijdstippen verzameld werd. Het was niet zo strikt dat er straffen werden uitgedeeld voor te laat zijn, er werd sowieso niet zo erg op de minuut gekeken, wat ook niet nodig was, meer dan een paar minuten te laat kwam niet veel voor. De dagindeling:
09:00 Verzamelen voor ontbijt
10:00 Voorbereiden (in mijn geval met Robby, Casper en Anna-Maja, zo’n anderhalf a twee uur meestal. Bij Robby en Casper ook nog culturele opvoeding, ze kenden Monty Python niet)
13:00 Verzamelen voor lunch
14:20 Verzamelen om naar de speelzaal te lopen (een kwartier ongeveer)
15:00 Begin van de ronde
Diner tussen half acht en negen uur, als iedereen klaar was met schaken (de jongsten gingen vaak met hun ouders eerder terug naar het hotel).
Om een uur of half elf ging ik nog voorbereiden met Lars.
Bij het eten kozen we in het begin nog min of meer willekeurig tafels, maar op een gegeven moment hadden we twee tafels in een hoek geclaimd, en werden die zelfs min of meer verdeeld, de ene tafel voor de spelers, de andere tafel voor de volwassenen.
Als de spelers spelen, moeten de coaches wachten. Zo gauw een speler klaar is met de partij gaat hij of zij de partij analyseren met een van de coaches, maar dat kan na een uur zijn of pas na vijf uur. In de praktijk zijn er weinig partijen binnen drie uur afgelopen en die tijd kan op verschillende manieren besteed worden. Het eerste wat we deden was een goede plek zoeken om te wachten. Een plek met een tafel en stoelen waar de spelers ons kunnen vinden en geanalyseerd kan worden. Gelukkig was er een paar trappen omhoog een bar waar we konden zitten en was het daar niet eens superdruk (er waren ook tribunes en veel ouders en begeleiders uit andere landen gaven blijkbaar de voorkeur daar te gaan zitten). Het was niet toegestaan om in de speelzaal te komen, behalve voor de ‘chief of delegation’. Dat was om een of andere reden niet delegatieleider Dolf, maar de coach met de hoogste rating, ik dus. Mijn taak was dus om af en toe door de speelzaal te lopen, de Nederlanders te vinden (niet altijd makkelijk, ik was dus blij als er oranje shirts gedragen werden) en vervolgens de stand op de vijftien borden proberen te onthouden en aan de andere coaches en ouders verslag te doen. Dat lijkt een lastige taak en dat is het ook wel, maar het is leuk om in ieder geval af en toe de partijen te kunnen zien! Hoe makkelijk/moeilijk het is om de Nederlanders te vinden is misschien met deze foto te zien (spot de oranje shirts, maar wel de goede graag):
Tot zover deel 1 van mijn verslag. In het volgende deel antwoord op vragen als: hoeveel mensen haalden het einde bij het mountainbiken op de rustdag? Scoor je hoog op een nerdtest als je wiskunde hebt gestudeerd? Wat zijn de leukste spelletjes om te doen tijdens het wachten? Was ik te verleiden om voor het eerst sinds jaren een zwembad in te gaan?
De foto’s zijn gemaakt door Sandra Allaart, Betty van Cleef en Zhaoqin Peng en zijn klikbaar voor een grotere versie (behalve de eerste, die is al groot genoeg).
Eén gedachte over “ Coach bij het EK jeugd in Porec (1)”